Prinsjesdag Totaaloverzicht 2025
Learncare heeft alle maatregelen voor je samengevat in het Prinsjesdag Totaaloverzicht én doorvertaald naar de praktijk.
Sinds 2022 is het Integraal Zorgakkoord (IZA) van kracht. Dertien zorg- en welzijnspartijen hebben dit akkoord ondertekend. Het doel: de zorg toegankelijk houden ondanks arbeidsmarkttekorten. Het IZA richt zich op passende zorg en betere samenwerking binnen regio’s en tussen domeinen.
Het kabinet heeft het AZWA gesloten om de beweging van het IZA te versterken. Daarbij zijn ook Sociaal Werk Nederland, GGD GHOR Nederland en MIND aangesloten.
Het AZWA sluit aan op het IZA en het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA). Doel is om zorg en ondersteuning beter bereikbaar te maken en gelijkwaardiger te verdelen. Ook wil het kabinet het personeelstekort in de zorg terugdringen.
Daarnaast richt het akkoord zich op de beweging van zorg naar preventie.
Het aantal ouderen groeit. Daardoor neemt de druk op de zorg toe.
Daarom:
- Komt er een bredere maatschappelijke dialoog over ouder worden;
- Maakt het kabinet afspraken met de VNG over ondersteuning voor mantelzorgers;
- Wordt de samenwerking tussen formele en informele zorg versterkt;
- Wordt het afwegingskader zorg met verblijf in de Wlz afgerond;
- Komt er meer maatwerk binnen de Wlz;
- Wordt de zorgpraktijk vernieuwd met minder administratie, meer ICT en betere teamsamenwerking.
Het vorige kabinet maakte afspraken over de bouw van 290.000 woningen voor ouderen tot en met 2030.
Het gaat onder andere om zorgvriendelijke en geclusterde woningen. In deze woonvormen is ruimte voor activiteiten en ontmoeting. Zo ontstaat meer interactie en contact. Ook de buurt speelt hierin een rol.
Een levendige gemeenschap ontstaat niet vanzelf. Daarom ondersteunt het kabinet initiatieven die ontmoeting en verbinding stimuleren. Dat geldt vooral in woonzorgcomplexen met kwetsbare bewoners.
Het kabinet wil de Participatiewet verbeteren. Vertrouwen en de menselijke maat moeten een grotere rol krijgen. Ook wil het kabinet de wet eenvoudiger maken.
De Tweede Kamer heeft het wetsvoorstel Participatiewet in balans aangenomen. De invoering wordt voorbereid en gaat in per 2026.
Daarnaast onderzoekt het kabinet of een grotere herziening van de wet nodig is. Ook werkt het kabinet aan betere uitvoering door gemeenten. Gemeenten moeten daarvoor vakkundiger worden.
Er komt ook nieuwe wetgeving voor handhaving: Handhaving Sociale Zekerheid. Die wet zorgt voor eerlijkere regels. Kleine fouten mogen niet tot grote problemen leiden. Door meer in te zetten op preventie, worden fouten sneller voorkomen.
Tot slot wil het kabinet inkomensregelingen binnen de Participatiewet eenvoudiger maken. Denk aan de Studietoeslag en de Individuele Inkomenstoeslag. Het doel is ook om verschillen tussen gemeenten te verkleinen.
Het kabinet wil dat iedereen mee kan doen op de arbeidsmarkt. Daarom werkt het aan de banenafspraak. Ook is de doelgroep hiervan iets breder geworden.
Sociale ontwikkelbedrijven blijven belangrijk. Het kabinet blijft daarom in deze bedrijven investeren. Zo kunnen ze ook in de toekomst werk blijven bieden aan mensen voor wie regulier werk niet vanzelfsprekend is.
Daarnaast komt er geld voor Individuele Plaatsing en Steuntrajecten (IPS). Het kabinet trekt hier structureel €12 miljoen voor uit. Ook in 2026 kunnen mensen met psychische problemen daardoor starten met langdurige ggz-trajecten gericht op werk.
Het blijft belangrijk dat mensen makkelijker kunnen wisselen tussen uitkering, dagbesteding, beschut werk, de banenafspraak en regulier werk.
De ministeries van SZW en OCW werken aan een soepele overgang van school naar werk. Ze richten zich op jongeren met risico op een achterstand. Bijvoorbeeld jongeren met een beperking.
De nieuwe wet over de overgang van school naar werk gaat naar verwachting in op 1 januari 2026.
In alle arbeidsmarktregio’s komt één loket: het Werkcentrum.
Werkzoekenden, werkenden en werkgevers kunnen daar terecht voor vragen over werk, scholing en personeelszaken. Het Werkcentrum is een samenwerking van publieke en private partijen.
Ook wordt het van-werk-naar-werk-systeem verbeterd. Zo kunnen mensen makkelijker van baan wisselen.
Het kabinet is van plan om de ‘Basisdienstverlening Schuldhulpverlening’ verder te ontwikkelen. Dit doet zij samen met de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), Divosa en de NVVK. Het is de bedoeling dat alle gemeenten schuldhulpverlening aanbieden, dat bestaat uit een minimaal pakket onderdelen. Inwoners weten dan snel waar ze aan toe zijn. En er zijn dan minimale verschillen tussen gemeenten. Het gaat om 20 onderdelen, waarvan de volgende maatregelen nog in de planning staan:
- Het vaststellen van maximale doorlooptijden per stap binnen de schuldhulpverlening.
- Een landelijke aanmeldpunt, waar inwoners zich kunnen melden voor schuldhulpverlening.
- Het delen van persoonsgegevens tussen hulpverleners, zoals huisartsen en wijkteams, om doorverwijzing naar schuldhulpverlening te bevorderen.
- Drempels verlagen bij de intake voor schuldhulpverlening door het ‘papierwerk’ te beperken.
- Inwoners die een Wsnp-traject beginnen laten begeleiden door schuldhulpverleners.
Het kabinet wil een hogere kwaliteit van de schuldhulpverlening. Ze wil daarvoor regels vaststellen waaraan gemeenten moeten voldoen. De kwaliteitsregels moeten ervoor zorgen dat de dienstverlening van gemeenten en het vakmanschap van de schuldhulpverlener beter wordt.
Het kabinet wil de komende jaren ook nog de volgende maatregelen uitwerken:
Het integraal schuldenoverzicht
Om een beter inzicht te krijgen in de schulden van bewoners is een integraal schuldenoverzicht nodig. Het kabinet wil graag met schuldeisers, softwareontwikkelaars en dienstverleners hierover in gesprek gaan.
Verbeteren civiele en publieke invordering
Bij incassoprocedures kunnen de kosten enorm oplopen. Hierdoor kunnen mensen met schulden nog meer in de problemen raken. Het kabinet wil ervoor zorgen dat de incassoprocedures minder zwaar zijn voor mensen. En dat de incassokosten niet zo snel oplopen.
Collectief afbetalingsplan
Het kabinet wil bekijken of er een collectief afbetalingsplan kan komen. Hierbij worden alle schulden bij elkaar genomen en zorgt een deurwaarder voor de afbetaling. Dit bespaart kosten en voorkomt dat mensen onder het bestaansminimum terecht komen.
Eén overheidsincasso
Het kabinet wil dat alle overheidsorganisaties vanaf 1 januari 2027 gaan samenwerken, om bij achterstanden één betalingsregeling aan te bieden. Mensen kunnen dan bij één loket zien hoeveel schulden zij hebben bij de overheid.
De Landelijke Pauzeknop
Met een landelijke pauzeknop kunnen mensen met schulden zich aanmelden voor schuldhulpverlening en meteen ervoor zorgen dat de incasso’s tijdelijk worden stopgezet. Dit geeft rust en tijd om een passende regeling te treffen. Het is de bedoeling dat de pauzeknop op 1 januari 2027 in werking treedt.
Borging beslagvrije voet
De komende jaren wil het kabinet extra aandacht besteden aan een beter passende berekening van de beslagvrije voet voor huishoudens met kinderen. Ook moet gegevensuitwisseling verbeterd worden en de informatievoorziening makkelijker. Dit zorgt ervoor dat mensen de berekening van de beslagvrije voet beter begrijpen.
De berekening kan met de online tool ‘Uw beslagvrije voet’.
Huishoudens krijgen in 2026, 2027 en 2028 een iets hogere korting op de energierekening. Zo wil het kabinet helpen bij het betalen van de hogere energiekosten.
In 2025 is de korting € 524,95.
In 2026 wordt dit € 529,10.
In 2027 wordt dit € 528,88.
In 2028 wordt dit € 529,45.
De korting gaat automatisch van de energierekening af.
Dit voorstel hoort bij het Belastingplan 2026. De Tweede en Eerste Kamer moeten het nog goedkeuren.
Het kabinet wil met een nieuw energiefonds komen. Deze komt in plaats van het Tijdelijk Noodfonds energie. Het energiefonds is bedoeld voor mensen met een laag inkomen en hoge energielasten. Het helpt niet alleen bij het betalen van de energierekening, maar ook bij het verduurzamen van de woning. Het kabinet wil in 2026 60 miljoen euro in het energiefonds stoppen. Daarnaast is het de bedoeling dat er in 2025 ook nog extra geld gestoken wordt in het Tijdelijk Noodfonds energie.
Ga naar de online tool ‘Berekenuwrecht’
Het kabinet wil de Regeling afsluitbeleid energie aanpassen. Deze regeling beschermt kwetsbare mensen met energiearmoede tegen afsluiting van elektriciteit en gas. Maar dit is niet genoeg. Het kabinet komt met de volgende verbeteringen:
- Bij betalingsachterstanden moet een energieleverancier al na twee gemiste facturen een vroegsignaal naar de gemeente sturen. Dit hoeven dus geen termijnbedragen te zijn. Een jaarnota is ook factuur;
- Energieleverancier moeten bij een vroegsignaal ook de geboortedatum van de klant meesturen. Hierdoor kunnen gemeenten de klant makkelijker identificeren;
- Voor de definitie van schuldhulpverlening verwijst de aangepaste regeling naar de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening in plaats van de Faillissementswet;
- De energieleverancier moet op zijn minst 28 dagen voor de eindeleveringsmelding aan de netbeheerder het vroegsignaal naar de gemeente sturen. Dit is in de huidige regeling maar 20 dagen.
Verbruikers van elektriciteit en gas betalen energiebelasting. Deze belasting moet ervoor zorgen dat mensen minder energie verbruiken. Maar omdat iedereen een minimale energiebehoefte wordt de belasting met een vast bedrag verlaagd. Het gaat dan om € 635,15 in 2025. Het kabinet wil dit bedrag de komende jaren verhogen. Dit staat in het Belastingplan 2026. Hierdoor valt de energierekening lager uit.
De Consumentenbond legt dit op haar website duidelijk uit.
Het kabinet wil de regels over armoedebeleid makkelijker maken. Hiervoor is het Nationaal Programma Armoede en Schulden in het leven geroepen. Er zijn grote verschillen te zien bij verschillende gemeenten. Dit zorgt voor ongelijke kansen. Ook zijn inkomensregelingen, zoals toeslagen en de bijstand, moeilijk te begrijpen voor veel mensen. Mensen krijgen dan niet altijd waar ze recht op hebben, of vragen ze zelfs niet aan. Het kabinet wil ervoor zorgen dat de regelingen beter te vinden zijn met verschillende campagnes. Ook wil het kabinet de drempel verlagen voor mensen die een inkomensregeling willen aanvragen.
Armoede heeft grote gevolgen voor kinderen. Ze maken minder kans op een goede opleiding en hebben moeite de juiste mensen om zich heen te verzamelen. Het is dan ook lastig voor deze groep om uit de armoede te komen. Daarom wil het kabinet extra geld uitgeven aan subsidies voor bijvoorbeeld scholing en kinderhulp.
Bekijk de website van het Jeugdfond Sport & Cultuur
Veel jongeren vinden het vaak lastig om goed met geld om te gaan. Dit komt vaak omdat zij hierover geen kennis of ervaring hebben. Het is daarom belangrijk dat er niet alleen thuis, maar ook op school aandacht is voor financiële opvoeding. Het kabinet wil ervoor zorgen dat scholen geldzaken meer opnemen in het onderwijsprogramma. Het is de bedoeling dat de overheid extra geld steekt in de subsidieregeling ‘Financiële educatie voor onderwijsinstellingen’.
Bekijk het lespakket
De volgende belastingtarieven gelden:
Heeft iemand de AOW-leeftijd nog niet bereikt? Dan gelden vanaf 1 januari 2026 in box 1 de volgende tarieven:
| Bij een inkomen van | ||
| meer dan | maar niet meer dan | bedraagt het tarief |
| € 0,- | € 38.883,- | 35,70% |
| € 38.883,- | € 79.137,- | 37,56% |
| € 79.137,- | – | 49,50% |
Heeft iemand de AOW-leeftijd wel bereikt? En is diegene geboren vanaf 1946? Dan gelden vanaf 1 januari 2026 in box 1 de volgende tarieven:
| Bij een inkomen van | ||
| meer dan | maar niet meer dan | bedraagt het tarief |
| € 0,- | € 38.883,- | 17,80% |
| € 38.883,- | € 79.137,- | 37,56% |
| € 79.137,- | – | 49,50% |
Het tarief in schijf 1 bestaat uit belastingen en premies volksverzekeringen. Mensen die recht hebben op AOW, betalen geen premie voor de AOW. In het laagste tarief is deze premie voor de AOW niet meegenomen.
Heeft iemand de AOW-leeftijd wel bereikt? En is diegene geboren voor 1946? Dan gelden vanaf 1 januari 2026 in box 1 de volgende tarieven:
| Bij een inkomen van | ||
| meer dan | maar niet meer dan | bedraagt het tarief |
| € 0,- | € 41.123,- | 17,80% |
| € 41.123,- | € 79.137,- | 37,56% |
| € 79.137 | – | 49,50% |
De inkomensgrens voor AOW’ers die geboren zijn voor 1946 is € 2.240,- hoger dan voor AOW’ers die geboren zijn vanaf 1946.
Het volgende geldt voor de AHK in 2026:
| Maximale AHK | € 3.115 |
| Afbouwpunt AHK | € 29.736 |
| Percentage afbouw AHK | 6,306% |
Het volgende geldt voor de arbeidskorting in 2026:
| Maximale arbeidskorting | € 5.712 |
| Afbouwpunt arbeidskorting | € 45.593 |
| Percentage afbouw arbeidskorting | 6,51% |
Het volgende geldt voor de IACK in 2026:
| Maximale IACK | € 3.032 |
| Afbouwpunt IACK | € 6.239 |
| Percentage opbouw IACK | 11,45% |
Het volgende geldt voor de ouderenkorting in 2026:
| Maximale ouderenkorting | € 2.067 |
| Afbouwpunt ouderenkorting | € 46.002 |
| Percentage afbouw ouderenkorting | 15% |
Het Wetsvoorstel Wet stroomlijning fiscaal inzagerecht regelt dat belastingplichtigen recht krijgen op inzage in alle stukken die horen bij een belastingaanslag of een voor bezwaar vatbare beschikking, op een manier die uitvoerbaar blijft voor Belastingdienst en Douane.
De wijziging regelt dat:
- Uiterlijk bij bekendmaking van een aanslag of beschikking inzage wordt verleend.
- Inzage actief gebeurt via de bestaande portalen van Belastingdienst en Douane.
- De invoering gefaseerd per rijksbelasting plaatsvindt.
- De regeling kan al ingaan ook als nog niet alle relevante stukken beschikbaar zijn.
Belastingplichtigen krijgen bij het vaststellen van een aanslag of beschikking recht op inzage in dezelfde stukken die de inspecteur ter beschikking heeft (gehad).
Alle stukken die ten grondslag liggen aan een aanslag of beschikking moeten worden gedeeld, behalve als er belangrijke redenen zijn voor geheimhouding. Dit kan bijvoorbeeld gelden voor inkomensgegevens van andere belastingplichtigen, die de inspecteur wel mag gebruiken maar niet mag openbaren door zijn geheimhoudingsplicht.
Belastingplichtigen krijgen automatisch toegang tot hun fiscale dossier via een portaal en hoeven daarvoor geen verzoek meer in te dienen. Dit verlaagt de inspanning voor de belastingplichtige en sluit aan bij een proactieve uitvoeringsorganisatie.
Het kabinet wil met ingang vanaf 1 januari 2026 de volgende maatregelen doorvoeren:
- De aanvraagtermijn voor toeslagen wordt met drie maanden verlengd. Zo kunnen meer mensen de toeslagen op tijd aanvragen. Dit helpt om niet-gebruik te verminderen.
- Het recht op toeslagen wordt niet meer met terugwerkende kracht stopgezet bij verlies van de verblijfstitel. Zo worden hoge terugvorderingen voorkomen.
- De belastingrente bij terugvorderingen en nabetalingen vervalt.
- Een afwezige partner telt niet meer als toeslagpartner. Dit geldt voor alle toeslagen, behalve de huurtoeslag. Een partner kan afwezig zijn door vermissing, detentie of een vluchtsituatie. Alleenstaande ouders krijgen hierdoor recht op de alleenstaande ouderkop en hogere toeslagen die horen bij een alleenstaande.
Deze veranderingen moeten hoge terugvorderingen, geldproblemen en kinderarmoede voorkomen, aangezien de partner financieel niet kan bijdragen aan de kosten en de zorg voor het huishouden.
Vanaf 2026 wordt de maximum uurprijs geïndexeerd. Zo volgt de kinderopvangtoeslag de stijgende kosten. Tot 2029 stijgt de vergoeding stapsgewijs naar 96% voor alle werkende ouders. Groeien vraag en aanbod niet gelijk op? Dan kunnen de prijzen stijgen. Het kabinet beschermt financieel kwetsbare ouders met dit aanvullend beleid.
Het kabinet heeft de maximum uurtarieven voor de kinderopvangtoeslag vanaf 1 januari 2026 alsnog geïndexeerd met 4,84% waardoor ze uitkomen op de volgende bedragen:
- Dagopvang 0 – 4 jaar: maximaal € 11,23 per uur.
- Buitenschoolse opvang 4 – 12 jaar: maximaal € 9,98 per uur.
- Gastouderopvang 0 – 12 jaar: maximaal € 8,49 per uur.
De kinderopvangtoeslag gaat omhoog door de stijgende kosten van kinderopvang. Zo blijft werken aantrekkelijk voor ouders.
De maximale zorgtoeslag wordt voor alleenstaanden € 1.574,- in 2026 en voor paren € 3.010,-. Alleenstaanden met een minimuminkomen betalen in 2026 naar verwachting € 569,- per jaar aan zorgkosten. Dit is € 30,- meer dan in 2025.
De gemiddelde jaarlijkse nominale zorgpremie stijgt van ongeveer € 1.876,- in 2025 naar ongeveer € 1.908,- in 2026. Per maand stijgt de zorgpremie daardoor van ongeveer € 156,- naar ongeveer € 160,-.
Let op: de premiestijging is een schatting. Zorgverzekeraars beslissen zelf voor welke premie zij hun basisverzekering aanbieden.
Het verplicht eigen risico voor de zorgverzekering blijft € 385,- in 2026. Het plan is nog steeds dat het eigen risico vanaf 2027 daalt naar € 165,- per jaar.
In 2026 verandert het basispakket van de zorgverzekering. De overheid past de vergoedingen aan. Zo sluit het pakket beter aan op nieuwe medische inzichten en wat mensen nodig hebben.
- Het stoppen-met-rokenprogramma wordt vaker vergoed. Mensen mogen drie keer per jaar meedoen. Nu is dat nog één keer per jaar.
- Het meekijkconsult en meedenkadvies in de ggz tellen niet meer mee voor het eigen risico.
- Vanaf 2026 wordt langdurige, gesuperviseerde oefentherapie vergoed voor mensen met ernstige axiale spondyloartritis.
- Eén tandartscontrole per jaar wordt overwogen. Dit is nog niet zeker.
- Er loopt onderzoek naar vergoeding van een kinderbril.
- Ook wordt gekeken naar vergoeding van haarwerk bij kanker.
Het doel is nog steeds om 100.000 woningen per jaar te realiseren.
Het kabinet wil het woningtekort aanpakken door meer betaalbare woningen te bouwen, bestaande woningen beter te benutten en regels te versoepelen zodat sneller gebouwd kan worden.
Het Rijk voert regie op woningbouw via wetgeving, bestuurlijke afspraken en financiële regelingen, met als doel jaarlijks 100.000 woningen te realiseren, waarvan tweederde betaalbaar en 30% sociaal.
Het kabinet wil meer woningen realiseren door bestaande gebouwen beter te benutten, leegstand te beperken en woningdelen te vergemakkelijken. Gemeenten krijgen hiervoor ondersteuning via wetgeving, financiële regelingen en kennisdeling.
Het kabinet wil meer woningen realiseren door bestaande gebouwen beter te benutten, leegstand te beperken en woningdelen te vergemakkelijken. Gemeenten krijgen hiervoor ondersteuning via wetgeving, financiële regelingen en kennisdeling.
Het kabinet wil sneller woningen realiseren door regels te schrappen, innovatieve bouwmethoden te stimuleren en de doorlooptijd te verkorten. Tegelijk wordt ingezet op betaalbare huisvesting voor aandachtsgroepen zoals ouderen, statushouders, arbeidsmigranten en urgent woningzoekenden.
In 2026 werkt het kabinet verder aan een nationale aanpak van funderingsschade door betere informatie, gerichte ondersteuning in probleemgebieden en het versterken van het Fonds Duurzaam Funderingsherstel.
De volgende ontwikkelingen spelen binnen de WIA:
Deze maatregel is van kracht geworden op 1-9-2025. Personen van 60 jaar en ouder krijgen een vereenvoudigde WIA-claimbeoordeling, met minder inzet van de verzekeringsarts en meer inzet van de arbeidsdeskundige. Dit moet leiden tot 10.000 extra beoordelingen per jaar door UWV.
Het tijdelijke kwijtscheldingsbeleid wordt structureel gemaakt. Voorschotten worden niet teruggevorderd als blijkt dat er geen recht is op een WIA-uitkering, mits verrekening met andere uitkeringen niet mogelijk is.
De volgende ontwikkelingen spelen binnen de WW:
In de Voorjaarsnota 2025 is besloten om de maximale duur van de WW- en loongerelateerde WGA-uitkering te verkorten van 24 naar 18 maanden.
De oorspronkelijke invoeringsdatum van 1 januari 2027 blijkt niet haalbaar voor UWV, waardoor de maatregel met een jaar wordt uitgesteld.
Met deze tijdelijke buitenwettelijke maatregel wordt het eenvoudiger voor WW-gerechtigden om hun uitkering op eigen verzoek te laten stopzetten door UWV.
Het UWV beoordeelt daarbij tijdelijk niet of aan de normale voorwaarden voor beëindiging is voldaan.



